Hoe te bidden als je overweldigd wordt door slecht nieuws

Afgelopen zondag sprak ik over hoe je kunt reageren als je overweldigd wordt door allerlei emoties, wanneer je een update krijgt over een situatie. In het boek Nehemia krijgt de hoofdpersoon slecht nieuws te horen over zijn volk in Jeruzalem, terwijl hij zelf in ballingschap zit in Perzië. Als reactie huilt hij, rouwt hij, vast hij en roept hij tot God. Wat doen we zelf als we slecht nieuws krijgen over ons land, onze stad, de kerk, Crossroads? Zouden we dat ook zo reageren?

Nu is dat misschien niet te vergelijken Gods volk in ballingschap, maar toch is de moeite waard om te kijken naar wat Nehemia doet om met dat hart en hoofd vol emoties en gedachten om te gaan. Hij brengt die emoties en gedachten in gesprek – en in proces – met God. En dat kunnen wij ook doen, en wellicht vraagt deze tijd daar ook om:

  1. Benoemen wie God is:

‘Ach HEER, God van de hemel, machtige en ontzagwekkende God, u die uw beloften nakomt en trouw bent aan ieder die u liefheeft en doet wat u gebiedt’ (Nehemia 1,5)

Nehemia spreekt uit wie God is: ‘U bent God van de hemel. U bent machtig. U bent ontzagwekkend. U komt uw beloften na. U bent trouw.’ Het is het uitspreken hoe je God hebt leren kennen en hoe je hem hebt ervaren, wie je gelooft dat hij is.

  1. God vragen te luisteren:

‘Luister aandachtig en zie hoe uw dienaar dag en nacht tot u bidt ten behoeve van uw dienaren, de Israëlieten.’ (Nehemia 1,6)

‘Ach mijn Heer, luister toch aandachtig naar het gebed van uw dienaar en naar dat van al uw dienaren die uw naam willen eerbiedigen.’ (Nehemia 1,11)

Het klinkt misschien raar of overbodig om aan God te vragen om te luisteren. Maar het is de gewoonste zaak van de wereld in de Psalmen om God aan te sporen om te luisteren (bijv. Psalm 17,1.6; Psalm 30,11; Psalm 39,13; Psalm 54,4; Psalm 55,2; Psalm 61,2; Psalm 64,2; Psalm 130,2; Psalm 143,1, etc.). Het is een extra aanmoediging aan God om naar ons en naar wat er in ons leeft te luisteren en betrokken te zijn.

  1. Kritisch naar jezelf kijken (en niet naar een ander wijzen)

 Ik belijd de zonden die wij, Israëlieten, tegenover u hebben begaan, ook ik en mijn familie. Wij hebben u veel kwaad gedaan; wij hebben ons niet gehouden aan de geboden, voorschriften en rechtsregels die u aan Mozes, uw dienaar, hebt gegeven. (Nehemia 1,6-7)

Nehemia kiest ervoor om niet tegen God te vertellen wie er allemaal fout zitten en wie er verantwoordelijk zijn voor de beroerde toestand van zijn volk. Hij wijst niet naar anderen en neemt verantwoordelijkheid voor het kwaad, de fouten en zonden van zijn volk en belijdt deze ook. Misschien voert het ver, maar vergeving vragen voor collectieve zaken – ook al heb je er zelf misschien maar een beperkt aandeel in gehad – is voor Nehemia (en ook anderen in de Bijbel, met name de profeten en priesters) een weg. Je identificeert jezelf namelijk met anderen, in plaats van je af te zonderen. Het voorkomt dat je je beter gaat voelen dan ‘die anderen’.

  1. God herinneren aan zijn beloften

Denk toch aan wat u Mozes hebt voorgehouden: “Als jullie ontrouw zijn, zal ik je onder alle volken verstrooien, maar als jullie naar mij terugkeren, en je houden aan mijn geboden en die naleven, zal ik jullie, ook al zouden jullie verbannen zijn naar het eind van de hemel, terughalen en bijeenbrengen op de plaats die ik heb uitgekozen om er mijn naam te laten wonen.” (Nehemia 1,8-9)

Nehemia kiest ervoor om uit te spreken wat er aan zijn volk is beloofd. Het is God herinneren aan wat hij heeft ooit gezegd, terwijl er niets van te zien lijkt. Eigenlijk is het een soort pleiten. Je mag daarin een ‘boldness’  in hebben. Bij Nehemia komt die voort uit een zorg voor Gods mensen, die groter is dan de zorg over zijn eigen leven en comfort. Uitspreken van Gods beloften betekent dat je ook nog weet wat God heeft beloofd. Hoe zit het eigenlijk met de beloften die God aan jou, of aan Crossroads heeft gegeven? Afstoffen, en God eraan herinneren!

  1. God herinneren aan de relatie en zijn daden

 De Israëlieten zijn uw dienaren, zij zijn uw volk; u hebt hen door uw grote macht en met uw sterke hand bevrijd. (Nehemia 1,10)

Nehemia brengt bij God nog eens onder de aandacht wat de status van de relatie is: we zijn uw dienaren, uw volk. Ook wat God eerder gedaan heeft, namelijk hen bevrijd. Voor ons geldt dat we ons Gods kinderen mogen noemen (Johannes 1,12-13). Bidden als Nehemia betekent dan uitspreken dat je zijn kind bent.

  1. Eén concreet gebedspunt (+ daaruit volgende actie)

 Laat me vandaag toch slagen en laat de koning mij welgezind zijn.’ In die tijd was ik schenker aan het hof van de koning. (Nehemia 1,11)

Het sparren met God over alle grote zorgen van zijn volk mondt uit in één ‘klein gebedspunt’. Het komt op mij over dat al het malen in Nehemia’s hoofd, door het bij God te brengen een richting krijgt in wat hij concreet moet gaan doen, als antwoord op al die zorgen. Tussen het begin in Nehemia 1,1 en Nehemia 2,1 zit vier maanden; het gebed is een proces van vier maanden worstelen met God, waarin hij misschien van alles bij God brengt, maar waarin God hem op het punt brengt dat hij weet wat hij moet en hoe hij moet bidden.

God trekt je aandacht

Als slecht nieuws je overweldigt kun je allerlei emoties beleven. En die mogen er zijn. Nehemia brengt al deze emoties bij God, en het wordt een proces, waarin hij uiteindelijk weet wat en hoe hij moet bidden. Dat duurt even, maar het leidt tot een nieuw begin voor zijn volk.

God trekt je aandacht, en dat gaat o.a. door gebeurtenissen. Dat doet hij altijd al, en in die zin is deze tijd echt niet bijzonderder dan andere tijden. We hebben een keuze in wat wij doen hoe we deze tijd beleven, en of we ons willen laten raken, of niet. Neem je emoties en zorgen serieus en breng dat in proces, met God. God is dezelfde en wil ons nog steeds inschakelen.