Reuzen en losers

4de musketier1

Reflecties over een weekend met de 4e Musketier (3)

We gaan ‘reuzendoden’. Dat wil zeggen, tijdens onze tocht van wat uiteindelijk 40 km zal worden, krijgen we een aantal korte praatjes voor onze kiezen over issues waar mannen in hun leven tegen aan lopen en vroeg of laat mee moeten dealen. Vrouwen ook trouwens, maar die zijn even niet in beeld.

Verspreid over de dag allemaal onderwerpen die bij ons wel vaker langskomen. We zijn bij Crossroads Rotterdam wel zo’n kerk waar we de dingen benoemen en bespreken. Niks nieuws dus.

Vaderwond. Check.
Eenzaamheid. Check.

Ik ben meer bezig met de vraag of mijn rug het houdt en mijn rugzak goed zit, en of ik een goed ritme kan vinden om de dag door te komen. Zodanig dat ik ook niet echt geïnteresseerd ben in gesprekken over deze thema’s. Bovendien, ik heb met deze dingen al meerdere keren gedeald, aangezien ik hyper-reflectief ben en er een gewoonte van heb gemaakt om dingen die me kunnen hinderen in het licht te brengen. Afvinken dus.

Trots. Check.
Ongerechtigheid. Check.

Aardige praatjes, maar ik ben er niet ondersteboven van. Leuk zo’n check, maar ik ben redelijk on track. Ik vind eindelijk mijn ritme en ga maar eens informeren wat de rest eigenlijk van die praatjes en thema’s vindt. Dat wordt erg interessant. Een mengeling van jeuk, diep geraakt zijn en beschouwingen op meta-niveau over hoe 4M dit allemaal aanpakt en vooral hoe dat verbeterd en uitgerold kan worden.

4de musketierDe theoloog in mij had zich opgemaakt voor een sessie prijsschieten, maar ik houd me – voor mijn doen – in, omdat ik ondertussen wel doorkrijg dat linksom of rechtsom er rake dingen werden gezegd voor een aantal mensen. En ook – al zou ik het zelf héél anders aanpakken, natuurlijk! – dat de manier van brengen maakt dat mannen voor het eerst, of op een nieuwe manier over de echt belangrijke dingen van het bestaan met elkaar in gesprek gaan. En dingen delen die zij nooit eerder hadden gedeeld.

Depressie. Check.
En ik word weer even bevestigd; slecht verhaal. Echt niet best.

Na een lange dag lopen kruip ik mijn slaapzak in en dan – je ziet het al aankomen – worden we er allemaal weer uitgehaald.

Lust en lusteloosheid. Check.
Of zoiets. Whatever. Ik wil gewoon slapen.
Onnavolgbaar verhaal trouwens. Slapen!
Ik trek die sprekert ook gewoon niet. Echt.

Als het weer ochtend is hoor ik wat wel en niet is binnengekomen. Ik hoor steeds vaker, ‘Het is niet mijn stijl, maar het ging ook gewoon over mij’ en ‘Ja, ik heb wel mijn vragen over deze aanpak, maar het raakt me wel’.

Ik ga mee de rivier in. Die blijkt hoger te staan en sneller te stromen dan gebruikelijk. Er wordt nog gezegd, ‘Ga dit gerust alleen doen’ en dat doe ik ook. Maar binnen de kortste keren kom ik er achter dat het gewoon niet lukt. De stroming is gewoon te sterk voor mij. Ik moet het wel samen met anderen doen. And it pisses me off.

En terwijl ik vol boosheid mij voortbeweeg door de razende rivier krijg ik de indruk dat God tegen me zegt: ‘Waar ben je nu eigenlijk tegen aan het vechten? Waarom wil je dit per se in je eentje doen?’ Maar het lukt me niet om het los te laten, de vragen blijven me achtervolgen, ook als het er op zit en ik op de kant probeer warm te worden.
Ik hoor hoe mannen vertellen dat ze geraakt werden door wat de man met de gitaar zong terwijl ze door de rivier heen worstelden. ‘Het is mijn ding niet, maar bizar hoe dit binnenkwam’. ’Echt, precies op het moment dat ik daar langsliep zingt hij …. Echt bizar’. Dat soort uitspraken dus.

Die ochtend hadden we de man met de gitaar nog Assurancetourix genoemd, en als de geruchten over een feestmaal zouden kloppen, hadden we nog wel een speciaal plekje voor hem: vastgeknoopt aan een boom. Wie ons wakker maakt door te zingen, ‘Jezus maakt me blij, ik ben verheugd want Jezus maakt me blij-hij-hij’, die krijgt bij ons niet veel credits. En uitgerekend die man weet de juiste snaar te raken.

Even later loop ik met een balk op mijn schouders. Het ding is niet zwaar, niet licht, wel onhandig. Zwijgend loop ik door de modder, licht heuvelop. Het begint weer te regenen.
Waar ik voor vooraf vreesde gebeurt nu eindelijk: een Bijbeltekst terwijl ik bezig ben met een fysieke inspanning. Het dreigement dat ik vooraf uitte om ieder die een bijbeltekst naar me zou roepen een rechtse directe te geven is vergeten, want ik ben geschokt door wat ik hoor:

… Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte, ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht…Natuurlijk, bekende woorden uit Jesaja 53. Maar het is lang geleden dat dit zo confronterend binnenkwam.Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open…Verspreid over de hele route staan mannen die niets anders doen dan fragmenten uit de bijbel over het lijden van Jezus voorlezen. En het klinkt alsof ze weten waar ze het over hebben.
En opeens wordt alles volkomen zinloos. Ruim 40 km lopen met bepakking op mijn rug. Beetje highland-games doen. Door een rivier tegen de stroom in lopen. Met een balk door de modder een heuvel op. Gemopper over de praatjes en onderwerpen. Mijn weerzin tegen bepaalde sprekerts. Grappen over de man met de gitaar.

Om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld…
En of ik wil of niet, ik begin mijn leven te bekijken vanuit het perspectief van de man die pas echt diep ging en voor wie er geen escape was. De man die zich liet breken om tot zegen te kunnen zijn. De man die zijn nederlaag tegemoet ging om te kunnen overwinnen.

4de musketier 2En ik besef dat ik ‘trots’ te vroeg heb afgevinkt.Aan het eind van de loop staat iemand me op te wachten. Ik herken ‘m gelijk. Het is de man die bij mij de meeste irritaties oproept. Mijn hoofd zit vol verwarring over alle teksten over de Lijdende Knecht die me door de ziel snijden. Het laatste waar ik behoefte aan heb is deze man die met gestrekt been mijn allergiezone in is gegaan. Maar in wie ik nu ook diepe bewogenheid met al deze mannen en hun issues begin te herkennen.

Hij staat er met zijn armen open en hij zegt zachtjes: ‘Broeder, kom maar hier met die balk. Ook voor jou geldt: het is volbracht’. En daar breek ik. Ik haal de balk van mijn schouders en geef het aan hem. Hij omhelst me en ik kan alleen maar snikken op zijn schouders.En ik blijk niet de enige te zijn. M’n matties uit de groep die tegen elkaar zeiden, ‘Het gaat ons toch niet gebeuren dat wij elkaar jankend bij het kruis tegenkomen’, komen elkaar tegen, jankend bij het kruis.

Wanneer je met elkaar je prestaties en overwinningen vergelijkt word je concurrenten. Wanneer je met elkaar je nederlagen vergelijkt word je broeders.Ik ben mezelf tegengekomen en ik heb verloren. En dat is maar goed ook.