Nabrander 7 (dag 35): Hou niet op met bidden (1 Tessalonicenzen 5,17)
‘Bid onophoudelijk’ (1 Tessalonicenzen 5,17)
Als één ding duidelijk is geworden in de afgelopen tijd van vasten, bidden en luisteren, dan is het niet dat we minder moeten bidden. Eerder meer. ‘Bid onophoudelijk’, zegt Paulus tussen allerlei andere aansporingen door.
We hebben het nodig om God te zoeken, steeds opnieuw. Altijd en overal. Bij alles wat we doen. Omdat het voeding geeft aan ons leven, ons steeds weer laat afstemmen op zijn hartslag, zijn snelheid, zijn richting, zijn wijsheid.
Het is een steeds terugkerende worsteling om gebed een plek te geven in ons leven, of onze agenda’s nu vol zijn of leeg. Er zijn altijd wel redenen te bedenken waarom we ervoor kiezen om niet te bidden, of soms gebeurt het gewoon en kom je erachter dat je nauwelijks bidt.
Die aanmoediging van Paulus is er niet voor niks. En het is een oproep die niet gericht is aan een individu, maar aan een groep. Bid onophoudelijk, want het maakt alle verschil. Bid onophoudelijk met elkaar. Bid onophoudelijk als je alleen bent. Maar vooral met elkaar.
Vraag God hoe je onophoudelijk kunt bidden. Vraag God wat je tegenhoudt om onophoudelijk te bidden. Met elkaar en alleen. Bid onophoudelijk.