Getuigenis Sanne van Nieuwenhuizen

shutterstock_231911155Ik had het al vaak gelezen en te horen gekregen: God houdt van je, onvoorwaardelijk. Je kunt niets doen om ervoor te zorgen dat Hij meer van je houdt en je kunt niets doen om er voor te zorgen dat Hij minder van je houdt. Maar ondertussen dacht ik: alles goed en wel, maar als God van mij houdt, dan moet ik natuurlijk wel van alles voor Hem wíllen doen, vanuit dankbaarheid, vanuit liefde. Bovendien is geloof zonder werken dood, nietwaar? Daarnaast zijn de mensen in de kerk ook met allerlei goede activiteiten voor de Heer bezig.

Ik voelde me zo vaak schuldig. Doe ik wel genoeg? Dat schuldgevoel leidde tot een depressie, waarin ik helemaal geen energie meer had om iets voor anderen te willen doen.
En op een gegeven moment landde het: God houdt echt heel veel van mij, ik hoef echt niets te doen om geliefd te worden of om goed genoeg te zijn. En vanuit dat besef kreeg ik een diep verlangen om Zijn liefde uit te delen, ook in daden. Op papier klinkt dit hetzelfde, maar in mijn hart was alles anders.

Vervolgens deelde iemand een beeld met mij waarvan hij dacht dat het misschien van God was. Het was het beeld van een kikker, die heel ontspannen op het blad van een waterlelie zat. De lelie groeide uit het blad zonder dat die kikker daar heel hard voor werkte. En ik dacht, ja: God zorgt ervoor dat Hij vrucht in mij draagt. Ik mag meewerken, maar op een ontspannen manier. Op de manier waarop God mij heeft gemaakt. Dat betekent dat ik niet vanuit schuldgevoel dingen voor God hoef te doen, maar het betekent dat God mij het verlangen geeft om met Hem mee te werken en dat ik daarin mijzelf mag zijn.

Ook de preek van een aantal maanden geleden, over de vijf bedieningen, was een openbaring voor me: als gelovigen zijn we één lichaam, het lichaam van Christus. Dat lichaam bestaat niet alleen uit monden of alleen uit handen, maar uit verschillende delen. Je mag dus op je eigen manier meewerken aan Gods Koninkrijk. Je hoeft dus niet op straat te evangeliseren en je hoeft ook niet in het gebedsteam. Maar het mag wel. Ik geloof dat God jou wil laten meewerken aan Zijn Koninkrijk op een manier die bij jou past, zoals Hij je gemaakt heeft. Hij zal je een verlangen geven om je talenten te gebruiken en het zal je ongelooflijk blij maken.

Bij de opleidingsdag van het Centrum voor Pastorale Counseling kwam het volgende ter sprake: er was een casus die verhaalde over iemand die ontzettend haar best deed voor God om maar geaccepteerd te worden. Ik dacht: het probleem is helder. Dit heb ik zelf al geleerd. Ik vertelde zelfs aan iemand dat ik nu wel snapte dat het niet zo werkte: dat je allerlei dingen voor God zou moeten doen om geliefd te worden en geaccepteerd.

Dus toen iemand mij specifiek tijdens de kerkdienst aansprak met de woorden dat het leek alsof God mij uitnodigde om meer in Zijn aanwezigheid te verblijven, was ik zelf ook verbaasd dat ik zo moest huilen. Ik wist toch al dat ik niets kon doen om ervoor te zorgen dat God meer van mij zou houden? Ik wist toch al dat God gewoon wil dat ik Hem zoek op mijn manier? Ik wist toch al dat ik mij niet hoef te spiegelen aan anderen en wat zij voor God doen?
Nee, ik wist het niet. De week ervoor was ik enorm aan het genieten van het lezen in de bijbel en allerlei boeken van christelijke auteurs. En ik vroeg me af of ik niet iets moest gaan doen voor iemand. Zat ik niet te veel tijd met mijn neus in de boeken?

En dan word ik zo bemoedigd door wat er in de dienst gezegd wordt. Ik vind het echt geweldig dat God op alle mogelijke manieren telkens weer hetzelfde tegen mij zegt: Je bent mijn kind, je bent geliefd. Het gaat er niet om hoe anderen Mij aanbidden en dienen. Kom bij Mij zoals jij bent.