Dag 9: Niet alleen leven van eten (Matteüs 4,1-4)

Dag 9: Niet alleen leven van eten (Matteüs 4,1-4)

Maar Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Er staat geschreven: De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God’. (Matteüs 4,4)

Jezus ging vasten, direct nadat hij vervuld was met de heilige Geest en van de Vader hoorde dat hij zijn geliefde Zoon was (Matteüs 3,16-17). Gelijk maar een tip: wanneer je gaat vasten, bid dan om vervulling met de heilige Geest, of beter nog: laat iemand dat met en voor je doen. Mediteer erover en/of laat het tegen je zeggen dat je het geliefde kind van de Vader bent.

Op vastendag 41 krijgt Jezus honger: de dag die je wist dat ging komen. Het is zijn zwakste moment en de beproever voelt dat aan en probeert Jezus op twee plekken te pakken. Allereerst probeert hij hem te testen op zijn identiteit: als jij Gods Zoon bent… Dat is wat hij doet, je laten twijfelen aan jouw relatie met de Vader, juist als jij je op de Vader en wat hij wil richten.

Daarnaast probeert de beproever Jezus op het hongergevoel te pakken. Een beetje Zoon van God kan immers van een steen wel een brood maken, nietwaar?

Verleiding biedt een short-cut aan, een afleiding van wat je echt nodig hebt en wat echt voldoening zal brengen. Vasten gaat over dat je je afsluit van de dingen die zo gemakkelijk voorhanden zijn; de snelle hap, de smartphone, noem maar op. Vasten gaat over dat je terugkomt bij het besef dat God voorziet en dat hij geeft wat je nodig hebt.

Wat door de actie van de beproever op het spel staat is dit: wil ik geloven dat hij degene is die voorziet vanuit zijn overvloed, of wil ik graag kunnen zeggen dat ik in mijn behoefte voorzie door mijn eigen inspanningen? Natuurlijk kan Jezus het fixen en een brood regelen, maar hij kiest ervoor om te vertrouwen dat God in zijn noden voorziet. En hij ziet dat hij het spreken van God harder nodig heeft dan een brood, ook al schreeuwt zijn lichaam erom.

Hoe je ook gaat vasten – van eten, smartphonegebruik, koffie of iets anders – je zult getest worden. Of je eraan toegeeft of niet, laat een ding je niet afnemen: niets kan je scheiden van de liefde van God (Romeinen 8,38-39) en van zijn beloften.

In de worsteling met de verleiding –  hoe die er ook uitziet voor jou – keer steeds terug naar de vraag: Vader, wat vind u belangrijk: voor Crossroads, mijn community, mezelf? Geef de dingen die je belangrijker gemaakt hebt dan wat God wil terug aan hem.