Dag 8: De Heer wil ik dienen (Lucas 1,26-56)
Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ (Lucas 1,38)
Als God spreekt kan er veel op je af komen, waarvan de consequenties moeilijk te overzien zijn.
Dat gebeurde in ieder geval bij Maria. Ze lijkt niet veel keuze te hebben; ze zal zwanger worden van de heilige Geest, zo wordt haar meegedeeld. In die tijd had dat, naast de zwangerschap zelf, de bevalling en een kind laten opgroeien, vergaande consequenties; zwanger zijn buiten een huwelijkse relatie was not done, en kon leiden tot dood door steniging.
Ondanks een pittig vooruitzicht zegt ze, ‘Laat maar komen’. Ze wil namelijk de Heer dienen. Zo staat het er. Sommige vertalingen hebben: ‘Ik ben een dienares van de Heer’. Dat is hoe zij zichzelf ziet, hoe zij omschrijft wie zij is. Dat betekent dat hoe zij zelf haar leven had gedacht dat die zou lopen, ondergeschikt wordt aan alles wat er te gebeuren staat.
Maria kiest ervoor om mee te doen met wat God voor haar had bedacht. Ze laat haar eigen plannen en ideeën los en geeft zich over aan wat God wil. De komst van Jezus en zijn Koninkrijk wordt hierdoor mogelijk en de geschiedenis wordt ingrijpend veranderd. Allemaal omdat een eenvoudige jonge vrouw ervoor kiest om zichzelf te zien als dienares van de Heer.
Praat met God over dit verhaal en wat het zou kunnen betekenen als jij zegt: ‘laat er met mij, met ons, gebeuren wat u hebt gezegd’. Als je het aandurft, zegt tegen God dat je zijn dienaar / dienares wilt zijn.