De Heer heeft dit voor mij gedaan, opdat de mensen me niet langer verachten. (Lucas 1,24-25)
Het kan niet, maar het gebeurt toch: Elisabeth, de vrouw van Zacharias, wordt zwanger. Maar om een of andere reden blijft ze vijf maanden binnen, ‘in afzondering’ (vs 24). Misschien moet je ooit zwanger zijn geweest om dat te begrijpen. Er wordt in ieder geval geen verklaring voor gegeven door Lucas. Vijf maanden lang houdt zij dit voor zichzelf in plaats het van de daken te schreeuwen dat ze zwanger is. Aangezien Zacharias er letterlijk niet over kan praten, voltrekt het wonder zich in alle stilte.
In die vijf maanden is dit de kern voor Elisabeth: ‘De Heer geeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor mij gedaan opdat de mensen me niet langer verachten’ (vs 25). Er klinkt zowel pijn als dankbaarheid in deze uitspraak. Dankbaarheid omdat zij ervoer dat God naar haar omzag. Pijn, omdat de kinderloosheid als een noodlot was waaruit zij niet kon ontsnappen en waar zij niets aan kon veranderen. Pijn, omdat de mensen haar op haar onvruchtbaarheid aankeken en het lieten voelen ook, op zo’n manier dat zij zich de schaamte eigen had gemaakt.
Aan de cultuur van schaamte, van verachting is een eind gemaakt door God. In dit geval doordat ze zwanger raakt. Ze ervaart dat God dit doet om de schaamte en verachting die ze voelt en die ze opgedrongen had gekregen te doorbreken. Ik weet niet of er in haar situatie een andere oplossing geweest was om die schaamte en verachting te doorbreken. Immers, het gebeurt niet bij iedereen die kinderloos is dat God er alsnog doorheen breekt – en de pijn en het verdriet blijven dan.
Elisabeth zegt dat God het voor haar heeft gedaan. Dat matcht niet helemaal met hoe de engel het bij haar man aankondigde (Lucas 1,15-17, zie ook Dag 3). Het kind maakt deel uit van Gods plan met mensen. Elisabeth eigent het zich min of meer toe: ‘de Heer heeft dit voor mij gedaan’. Dat is zo, maar uiteindelijk draait het niet om haar. Zoals elke geboorte van een kind een bron van vreugde is voor ouders en andere betrokkenen, het draait uiteindelijk niet om de vader, de moeder en hun kennelijke vermogen om kinderen te krijgen, het draait om wat God gaat doen in deze wereld door het kind heen. Voor de zoon van Zacharias en Elisabeth was dat aangekondigd en duidelijk gemaakt. Voor menig kind dat geboren wordt mag dat nog ontdekt worden, wat Gods weg met hem of haar gaat worden.
Ze houdt het voor zichzelf, vijf maanden lang. Als ze naar buiten gaat zal het te zien zijn, dat ze zwanger is. Vier maanden later verheugtiedereenzich met haar over wat God heeft gedaan (vs 58) en gaat het niet meer over haar, maar over wat God voor het volk heeft gedaan en gaat doen (vs 68-69). En dat is de essentie van het wonder van deze zwangerschap, dat het gaat over wat God doet.