Dag 4: Waarom ziet u niet dat we vasten? (Jesaja 58)

Dag 4: Waarom ziet u niet dat we vasten? (Jesaja 58)

‘Waarom ziet u niet dat we vasten? Waarom merkt u het niet als we ophouden met eten en drinken?’ (Jesaja 58,3 BGT)

Het volk is nogal gefrustreerd, want ze krijgen geen reactie op hun vasten. Ze waren in de valkuil getrapt dat vasten een soort hongerstaking werd om God te laten doen wat zij wilden.

Jesaja mag namens God zeggen dat God ziet dat ze verlangen naar zijn nabijheid en zijn wil (Jesaja 58,2). Maar ook dat het wel een ding is dat ze niet doorhebben dat vasten direct invloed heeft op je omgang met je naaste.

Is dit niet het vasten dat ik verkies: misdadige ketenen losmaken, de banden van het juk ontbinden, de verdrukten bevrijden, en ieder juk breken? Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen? (Jesaja 58,6-7)

Stevige woorden. God zegt niet dat vasten zinloos is en dat je beter voor armen en verdrukten kunt zorgen. Maar hij zegt dat dat hij jouw ervaring met honger en ongemak door vasten wil gebruiken om de manier waarop jij mensen met honger en ongemak ziet in de wereld structureel wil veranderen.

Vasten leidt tot een andere houding tot je medemens. Daarom kiezen sommigen ervoor om bij het vasten niet zozeer om zich dingen te ontzeggen, maar om dingen te doen voor een ander: een praatje maken met een bedelaar, de eenzame buurvrouw opzoeken, iets doen voor een ander, bemoedigingen uitdelen.

Bid dat God alles uit je wegneemt dat uit jezelf komt en op jezelf gericht is. Bid dat God je aandacht geeft voor medemensen. Praat met God over wat je voor deze mensen mag doen.