Hoe kan ik weten of dat waar is? (Lucas 1,18-20)
Het is volkomen begrijpelijk dat Zacharias even wat meer info nodig heeft. Hij heeft immers net te horen hebben gekregen dat hij en zijn vrouw een kind gaan krijgen. Ook al hebben ze er voor gebeden, logisch is het niet. Ze zijn te oud en nogal onvruchtbaar, dus eigenlijk kan dit niet. En ik kan me voorstellen dat hij zich wil beschermen voor teleurstellingen. Als je al zolang bidt om een kind, zo lang dat het tegen beter weten in begint te worden, dan is het fantastisch als iemand aankondigt dat het gaat gebeuren. Maar ben je tegelijkertijd op je hoede – wat als het toch niet waar is? Kan ik de teleurstelling aan als het toch niet zo blijkt te zijn?
De engel – Gabriël – antwoordt door de aandacht op zichzelf te vestigen. Hij is niet zomaar een random persoon met ook maar een mening – hij is de engel die zich altijd in Gods nabijheid bevindt (vs 19). Dus als iemand weet wat God van plan is, dan is hij het wel.
Als je al zo lang bidt en hoopt en verlangt en ergens toch verwacht, en dan is er iemand die het voorkomen heeft van een engel – een wezen dat alles met God te maken heeft – die zegt dat nu echt gaat gebeuren waarvoor je al zolang voor bidt en op hoopt en naar verlangt, dan is er nog steeds die reality-check, die ja-maar. Ook al heeft alles wat die persoon zegt te maken met God en wat God tegen jou wil zeggen, en ademt alles Gods aanwezigheid uit, dan nog zijn er vragen. Immers, het kan niet, dus hoe dan?
Wellicht zit daar een verhaal van pijn en teleurstelling achter, van geen valse hoop kunnen verdragen. En er zit ook het verlangen in om het te willen begrijpen hoe dat dan in zijn werk gaat, hoe God denkt dit natuurlijke obstakel van ouderdom en onvruchtbaarheid denkt te omzeilen. En soms is het makkelijker om te dealen met dat het niet gaat gebeuren, dan met dat het wél gaat gebeuren.
Zacharias krijgt zijn antwoord niet. Hij krijgt een engel die naar zichzelf verwijst als Gods boodschapper en daarmee naar God en zijn bedoelingen. En omdat hij kennelijk niet zonder meer de woorden van de engel aanneemt als waarheid krijgt hij een teken: hij zal niet meer spreken tot het kind is geboren.
Dat is nogal een overreactie van de engel, maar kennelijk is het nodig dat Zacharias zwijgt. Alsof hij moet stoppen met vragen stellen, verklaringen zoeken, met zich indekken en doorredeneren. God legt hem het zwijgen op en vraagt hem te geloven. En daar gaat Advent over: God die je uitnodigt om naar hem te kijken in plaats van naar je bedenkingen en vragen; God die je vraagt om het van hem te verwachten en zijn timing te vertrouwen.