Dag 26: Ik ben bij je (Jesaja 43,1-21)
‘Moet je door het water gaan – ik ben bij je; of door rivieren – je wordt niet meegesleurd. Moet je door het vuur gaan – ik ben bij je, de vlammen zullen je niet verschroeien.’ (Jesaja 43,2)
Jesaja mag namens God verbaal flink uitpakken om duidelijk te maken dat het God ernst is dat hij zijn volk wil beschermen. Welke krachten en machten zij ook tegenkomen – hij is met hen. Hij is bereid om ver te gaan om hen te beschermen en herinnert hen eraan dat er buiten hem niemand is die redt (vs 11) en dat hij dat eerder heeft gedaan (vs 16-17). God zal hemel en aarde bewegen om zijn mensen te beschermen.
God vindt het belangrijk dat je weet dat hij bij je is (vs 2 + 5) en dat je kostbaar bent in zijn ogen (vs 4).
Wees stil en laat vers 4 tot je doordringen: ‘Jij bent zo kostbaar in mijn ogen, zo waardevol, en ik houd zoveel van je…’ Spreek het uit en omarm dit als waarheid. Vraag God of hij je wil leren naar die stem te luisteren.
Ook al ben je stil geworden en is je vertrouwen groot, je hebt het nodig om van God te horen dat hij bij je is. Daarom blijft God het zeggen. In het bij hem zijn, in het bij hem rusten ook al is de hele wereld in rep en roer, spreekt hij.
Dan het verleden: blijf niet staan bij wat gebeurd is, m.n. wat niet goed was (vs 18), maar wel bij wat God heeft gedaan (vs 16-17). Door niet stil te blijven staan bij wat is gebeurd ontstaat er ruimte om te zien wat God gaat doen: ‘Zie, ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt?’ (vs 19).
Waarin heeft pijn, verdriet, teleurstelling en zonde uit het verleden de overhand? Wat wijst God aan om achter je te laten? Wat betekent het dat God iets nieuws gaat doen?