Dag 25: Wacht op de Heer (Psalm 27,1-14)

Dag 25: Wacht op de Heer (Psalm 27,1-14)

‘Wacht op de Heer, wees dapper en vastberaden. Ja, wacht op de Heer.’ (Psalm 27,14)

Wachten is frustrerend en dat is nog voorzichtig uitgedrukt. In deze tijd van vasten, luisteren en bidden zoeken we God om wijsheid voordat we verdere stappen zetten. Maar wat als God niets zegt? Wat als hij wel spreekt, maar wij het niet verstaan? Wat als hij op zich laat wachten?

Wachten is confronterend. Je eigen ongeduld haalt niet altijd het beste boven bij jezelf. Je gaat aan Gods beloften twijfelen, je gaat aan jezelf twijfelen, je gaat aan alles twijfelen. Wat is de zin van wachten? Laten we toch doorgaan, laten we stappen zetten!

Het vraagt moed om te wachten. De psalmschrijver spreekt zichzelf niet voor niets toe om dapper en vastberaden te zijn, want dat is hard nodig als God jou in de positie brengt om op hem te wachten.

Waarom God op zich laat wachten? Misschien is het dat je daardoor naar het punt wordt gebracht dat je je eigen plannen en invullingen loslaat, zodat duidelijk kan worden dat de stappen die gezet worden Gods plannen zijn en niet die van jou.

Wachten gaat uiteindelijk niet over God. Het gaat over ons en wat er in ons gebeurt. Het gaat over ons antwoord op zijn vraag aan ons: Geloof je dat ik goed ben? Geloof je dat ik te vertrouwen ben?

Deze psalm is een lied van intimiteit, van hartstochtelijk verlangen naar God. Van onverschrokken de angst voor bij zijn, van weten dat je veilig bent bij God: De Heer is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen? Bij de Heer is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn?’ (vers 1). Wachten maakt dat je juist hieraan gaat twijfelen. Maar je moet er doorheen en het omarmen, zodat wachten wordt: uitzien naar het moment dat hij voorop gaat.

Ben je het wachten zat? Bid om geduld. En spreek uit dat je God vertrouwt. Laat hem weten dat je naar hem verlangt.