Dag 16: Opnieuw: wees niet bang

Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen (Mattheüs 1,18-20)

Tijd om het ook eens over Jozef te hebben. Nadat Mattheüs eerst het hele geslachtsregister doorwerkt vanaf Abraham en uitkomt bij Jozef, beschrijft hij zijn aandeel in het verhaal. Jozef’s rol is nogal ondankbaar: stel je voor dat je aanstaande vrouw zwanger is – van iemand anders… Dit is zo pijnlijk. Je kunt je alle mogelijke emoties voorstellen als je ontdekt dat het zo is. En ook al vertelt Mattheüs erbij dat het van de heilige Geest was, dat weet Jozef op dat moment nog niet. Het was niet bepaald zo dat iedereen wel een vrouw kende die recent zwanger was geweest van de heilige Geest, dus hij zal het niet als optie overwogen hebben.

Wat nu? Jozef wordt rechtvaardig genoemd (vs 19, HSV), een tsaddiq, een kwalificatie waar bijbelschrijvers meestal zuinig mee zijn en niet zomaar uitdelen. Het houdt in dat zowel God als mens hem zien als iemand wiens woorden en daden zuiver zijn, omdat hij Gods eigenschap van rechtvaardigheid belichaamt, doorleeft, beademt. Niet vanuit krampachtigheid, maar vanuit een gegrond zijn in Gods waarheid, gerechtigheid en rechtvaardigheid. Van daaruit zoekt hij het goede in deze situatie, dus niet vanuit boosheid of gekwetstheid, wat heel goed voorstelbaar zou zijn, maar vanuit Gods goedheid en rechtvaardigheid. En dus zoekt hij het goede voor Maria, zijn niet-van-hem-zwangere-aanstaande-vrouw.

De oplossing waar Jozef aan denkt is Maria in stilte verlaten, om haar niet te schande te maken. Hoe dat precies er uit zou moeten zien is eigenlijk niet zo duidelijk. De consequentie is namelijk dat Maria vroeg of laat toch op zo’n manier zwanger is, dat het voor iedereen duidelijk is. De wetten over ongehuwd zwanger zijn liegen er ook niet om (Deuteronomium 22,13-22; 24,1). Waarschijnlijk moet je in die cultuur opgegroeid zijn om de gedachtengang te kunnen volgen. Maar wat telt is dat Mattheüs vertelt dat Jozef wilde handelen vanuit goedheid en rechtvaardigheid, dat hij Maria’s belang voorop wilde stellen, en dat hij het discreet wilde doen.

Jozef zoekt een goede uitweg. Hij vindt dat hij niet met Maria kan trouwen nu ze zwanger is, maar hij wil haar ook beschermen. Jozef wil gewoon het goede doen en het houdt hem flink bezig. Dan geeft God hem een droom, waarin een engel verschijnt. Iets minder spannend dan dat er een engel opeens naast je staat, maar nog steeds indrukwekkend.

Ook deze engel spreekt de letterlijk gevleugelde woorden: ‘Wees niet bang!’ Hij spreekt hem eerder aan als ‘Jozef zoon van David’, daarmee wijzend op zijn afkomst. Hij kan daaruit opmaken dat hij een rol gaat spelen in beloftes die aan het Huis van David zijn gedaan. Jozef hoort dat hij niet bang moet zijn om Maria te trouwen, want kind is verwekt door de heilige Geest. Tja, dit bedenk je niet, dat de heilige Geest erachter zit. Het komt in een droom, via een engel. Aan hem de keuze om dit ongebruikelijke inzicht te verwerken.

Het interessante is dat de droom, deze nachtelijke openbaring van God, komt in een voedingsbodem waarin Jozef heeft gekozen om vanuit Gods goedheid en rechtvaardigheid naar de situatie te kijken en waarin hij niet zijn eigenbelang voorop wil stellen. Gods antwoord en Gods richting wordt dus voorafgegaan door zijn keuze voor goedheid en rechtvaardigheid. Dat is goed nieuws voor ieder die een antwoord en een richting zoekt.