Dag 12: Keer terug tot mij met heel je hart (Joël 2,12-17) (of t/m 27 als je tijd hebt)
Daarom – spreekt de HEER -, keer nu terug tot mij met heel je hart en begin te vasten, te treuren en te rouwen (Joël 2,12)
Deze oproep tot terugkeer en vasten komt in een situatie van tegenspoed – er is hongersnood als gevolg van mislukte oogsten. En daaronder: het volk had God losgelaten. Onze startsituatie is anders, evenals onze aanleiding om te vasten, omdat we voordat we allerlei keuzes gaan maken ons willen richten op wat God belangrijk vindt.
Toch zit in die oproep tot terugkeer – of inkeer, of bekering – iets essentieels om mee te doen. Als we onverschillig willen worden voor alles wat niet de wil van God is, dan is het nodig om ons af te keren van dingen en wegen die niet van God zijn. The Message vertaalt met ‘Come back to me and really mean it!’. Vasten geeft daar uitdrukking aan. In de woorden van de BGT: ‘Ga vasten, en laat je verdriet en je tranen aan mij zien.’ Het is een uitnodiging om alles bij hem te brengen. Maar dan ook alles.
Misschien is dit het moment om ook tegen God te zeggen dat je wilt afkeren van alles wat niet de wil van God is, maar wat wel jou beheerst. Spreek het uit en grijp de kans om gedeeltes van je leven schoon te maken. Want God is ‘genadig, liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid.’ (Joël 2,13)
Dan nog iets. Joël 2,13 zegt: ‘Niet je kleren moet je scheuren, maar je hart’. Uiteindelijk gaat het niet om de buitenkant, en ook vasten kan een uiterlijk ding worden als je niet oppast. Als je merkt dat je vooral daar mee bezig bent, wees dan ook genadig voor jezelf. Het gaat erom dat je God nadert met je hart.
En vergeet niet een uurtje te reserveren in de gebedsruimte!