Dag 10: God niet uitdagen (Matteüs 4,5-7)

Dag 10: God niet uitdagen (Matteüs 4,5-7)

Maar Jezus zei: ‘In de heilige boeken staat ook dit: Je mag de Heer, je God, niet uitdagen om zijn macht te bewijzen.’ (Matteüs 4,7 BGT)

Opnieuw komt de beproever bij Jezus, die na dik veertig dagen vasten op z’n zwakst is. Opnieuw wordt hij aangevallen op zijn identiteit: Zoon van God. Deze keer wordt hij niet uitgedaagd om dat zelf te bewijzen, maar nu wordt hij in verleiding gebracht om God dat te laten bewijzen: spring van het dak en Gods engelen zullen je opvangen, en dan weet iedereen echt dat je Zoon van God bent.

Een stompzinnige poging tot verleiding, maar het raakt wel een snaar. Ben ik echt een kind van de Vader? Ziet de Vader me echt? Houdt hij echt van me? Weet je wat, ik ga het testen of hij goed en betrouwbaar is, dat hij me echt opvangt als ik val. Dan weet ik het zeker.

Ook ons vasten kan een manier worden waarop wij God uitdagen om ons te bevestigen in wat wij graag willen horen, zien en voelen, op de manier die wij willen. Het kan een manier worden om zijn goedkeuring te verdienen. Laten we ook gewoon eerlijk zijn: ieder mens snakt naar bevestiging. Streven naar goedkeurig is een van de belangrijkste onderhuidse drijfveren van de mens.

Jezus citeert Deuteronomium 8,3, dat je God niet mag uitdagen zijn macht te bewijzen. Vasten kan een uitdagen van God worden. Om hem te forceren iets terug te zeggen, om hem te dwingen iets te doen. En het mooiste: dat kan ook nog eens heel vroom overkomen.

Er is echter een dunne scheidslijn tussen het uitdagen van God om hem iets te laten doen wat wij willen en het verkennen wat de bevrijding en goedheid van het Koninkrijk inhoudt zodat je kunt bidden naar zijn wil (Johannes 15,7).

Deze week willen we ‘onverschillig worden voor alles wat niet Gods wil is’. Inclusief de dingen die nog zo goed en geestelijk en verstandig lijken. Nodig God uit om te spreken in je denken, je gevoel en je geloof en zo die dingen aan te raken waarin het nodig is om afgestemd te raken op zijn wil. Indien nodig, belijd wat niet naar zijn wil is.