Crossroads 28 juni 2020 | Aanbidding | deel 9

“Aanbidding: met elkaar” (slot)

Bij Crossroads benoemen we dat Jezus volgen en dat we dat ook met elkaar willen doen. Er is een deel dat bij jouzelf hoort, maar ook een deel dat gericht is met elkaar beleven en doen. Voor aanbidding geldt dat ook; er is een deel dat gaat over jou en jouw expressie naar God toe, maar er is ook een deel dat gaat over God aanbidden met elkaar. En juist in deze tijd van coronacrisis hebben we het met elkaar aanbidden zoals we dat gewend waren – via gezamenlijk zingen – moeten missen (even ervanuit gaand dat we dit ook daadwerkelijk als een tijd van aanbidding ervaren). Dat werpt ons terug op onze eigen aanbidding als individu, maar geeft ook de mogelijkheden om nieuwe vormen van gemeenschappelijke aanbidding te vinden.

Voor dit weekend staan er drie tekstgedeelten centraal. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze aanmoedigen om met elkaar samen te komen en God te eren. De Bijbel spreekt sowieso rondom aanbidding meestal in meervoud – we en jullie – om als het ware aan te geven dat aanbidding eigenlijk het best tot zijn recht komt als je het met elkaar doet en beleeft.

 

Je eigen aandeel

Psalm 150 is een uitbundig loflied. Vers 3-5 is een oproep om verschillende instrumenten in te zetten (hoorn, harp, lier, tamboerijn, snaren, fluit, bekkens, cimbalen) en te dansen. Het is niet bedoeld als compleet lijstje, maar het is een uitnodiging om mee te doen met datgene  wat je hebt. Grijp je instrument, en doe mee! Heb je geen instrument? Bedenk iets anders waarmee je God kunt eren, maar doe mee! Als je alleen je adem hebt, gebruik dat dan (vs 6), maar doe mee!

Vraag: welke bijdrage kun jij leveren aan de gemeenschappelijke aanbidding? (en dit gaat echt niet alleen over ‘ik speel geen instrument’ of ‘ik kan niet zingen’). Welke bijdrage zou je willen leveren?

 

Gewoon: zingen

‘…en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer… (Efeziërs 5,19)

Tussen allerlei adviezen in geeft Paulus de opdracht om met elkaar te zingen en te jubelen; ‘psalmen, hymnen en liederen die de Geest ingeeft’.

Het is een oproep van Paulus aan de gemeente om dit gewoon te doen: zingen. Wat hem betreft is het een belangrijk onderdeel van met elkaar Jezus volgen – zingend hem eren. Volgelingen van Jezus doen dat gewoon, want zingen leidt tot aanbidding.

Vraag: we hebben een tijdje niet met elkaar gezongen. Wat heb je daardoor gemist, of juist ontvangen? Is je aanbidding van God veranderd?

 

Aanbidding leidt tot bemoediging

‘Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen, en in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen.’ (Hebreeën 10,24-25)

Samenkomen is niet alleen een plek van gemeenschappelijke aanbidding, het is ook een plek van elkaar bemoedigen en door elkaar bemoedigd worden. Daarom legt de schrijver er nadruk op dat je niet wegblijft van het samenkomen. Vanuit de aanbidding zal je de bemoediging aangereikt krijgen.

Vraag: merk jij dat vanuit aanbidding van God met elkaar er vormen van bemoediging ontstaan? Wat is daar voor nodig?

 

Bekijk hieronder ook nog een gesprek tussen Eva, Charlotte en Jacoline over Aanbidding en creativiteit: