Afgelopen zondag sprak Gerard over de wonderlijke maaltijd waarin 5 broden en 2 vissen genoeg bleken te zijn voor meer dan 5000 mensen! (Matteüs 14:13-21) Vanuit het thema ‘Klaar voor de start!’ stelden we onszelf de vraag: wat heb ik/hebben wij bij te dragen aan het Koninkrijk van God? Persoonlijk? En als Crossroads? Ook al denken we misschien daarbij ‘Wat stelt het voor?’, voor Jezus is het voldoende om het tot grote zegen te laten zijn. Durven we dat wat we hebben aan Hem toe te vertrouwen?
Om samen met de kinderen te doen:
- Als er kinderen bij zijn: start dan met het spel snoephappen. Helemaal leuk als je dropvisjes of dolfijnsnoepjes hebt om in het water te doen. Volwassenen doen ook gerust mee. 🙂
Benodigdheden:
- 1 teiltje water (ververs het water regelmatig als er meerdere kinderen/volwassenen meedoen)
- snoepjes (bij voorkeur in de vorm van een visje)
- 1 (of meer) handdoek(en)
Introductie: het moet voor de discipelen heel raar zijn geweest toen Jezus tegen hen zei, terwijl het al laat was: ‘De mensen hoeven niet weg, geven jullie hun maar te eten.’ Wat zouden ze gedacht hebben toen ze met de 5 broden en 2 vissen aankwamen? Dat kan toch helemaal niet wat Jezus zei? En tóch luisterden ze naar Hem.
Dat is precies wat geloven is. Jezus vraagt ons om hem te vertrouwen en te doen wat hij zegt. Dat we, dat wat we hebben aan Hem geven. Ook al begrijpen we het niet, weten we niet hoe het verder zal gaan, vinden we het raar of denken we het beter te weten. Geloven is vertrouwen. Geloven is durven. Geloven is daarom soms best spannend.
Durf jij een visje/snoepje te happen in het water? Ook als je gezicht nat wordt? Ook als je kopje onder gaat?
Moedig elkaar aan. Ook applaus en een snoepje voor de kinderen die het wel hebben geprobeerd, maar het nog te spannend vonden!
2. Vraag de kinderen een tekening te maken of op te schrijven wat zij hebben en wat Jezus mag gebruiken om doorheen te werken zodat hij meer mensen kan zegenen. Denk bijvoorbeeld aan dingen die je goed kunt (talenten). Dingen die je hebt (speelgoed, spullen, huis, kamer). Of mensen (vriendjes/vriendinnetjes, familie, sportclub, etc.) Het is een oefening in het leren zien wat je hebt. Het hoeft niet duidelijk te zijn hoe en wat Jezus hiermee zou kunnen.
Vraag de kinderen aan het eind te vertellen wat ze hebben getekend. Door welke dingen zou Jezus ook andere kinderen/grote mensen mogen zegenen? In een gebed kunnen jullie dit aan Jezus geven. Bijvoorbeeld: Dank u wel voor de vriendjes en vriendinnetjes die ik heb. Als er kinderen zijn die geen vriendjes of vriendinnetjes hebben, help me om dan hem of haar uit te nodigen en zo mijn vriendschap te delen. Amen.
Volwassenen:
Lezen: Matteüs 14:13-21
We oefenen alvast een beetje met de vragen van Discovery Bible Study 🙂
Vraag 1: Wat heb je gelezen? Laat iemand het verhaal in eigen woorden vertellen.
Vraag 2: Wat zegt dit gedeelte over God? En wat zegt het over mensen?
Vraag 3: Welke vragen of twijfels roept dit gedeelte op? Welke ontdekking doe je?
Gerard stelde in zijn praatje de volgende vragen: ‘Wat heb je? Persoonlijk? En als community/Crossroads?’ (denk aan sociaal kapitaal, geestelijk kapitaal, maar ook beschikbaarheid mensen en middelen) En ‘Ben ik/zijn wij bereid om dat wat we hebben bij Jezus te brengen, het te laten zegenen, te laten breken en het uit te delen?
Vraag 4: Met deze vragen in je achterhoofd: Wat denk je dat God door dit Bijbelgedeelte heen tegen je wil zeggen? Wat ga je ermee doen?