Bidden om een wonder. En dan?

OK, ook ik probeer te begrijpen wat er afgelopen zondag nu eigenlijk gebeurde in de samenkomst. Voor degenen die er niet bij waren: eerder in de week, in de voorbereiding op het thema ‘Jezus volgen. In alles.’ gaf de heilige Geest een por: ‘Vraag wie er een wonder nodig heeft. En ga er vervolgens voor bidden’. Oeps.

hands
We hebben het gedaan. Verteld dat Jezus volgen in alles ook betekent: hem volgen in alles wat hij deed (dus de genezingen, tekenen, wonderen, bevrijding en gerechtigheid voor de zwakken en verdrukten, etc). Een kwetsbaar verhaal gedeeld door een Crossroader die God heeft zien doen wat alleen God kan doen. Uitgelegd dat wonderen erbij horen, maar dat de focus Jezus is, en dat Jezus in de situatie centraal staat; niet het wonder sec. Aangekondigd dat we zouden gaan vragen wie een wonder nodig heeft. Gezongen van de Koning en zijn heerschappij. Gevraagd: OK, zijn er mensen die op dit moment een wonder nodig hebben voor zichzelf of in hun directe omgeving – iets dat eigenlijk alleen God nog kan doen?
Mensen die een wonder nodig hadden, gingen staan, en daar gingen andere mensen omheen staan en werden er handen opgelegd en werd er gebeden. Voor iets dat alleen God kan doen.

Nooit eerder als afgelopen zondag heb ik in Crossroads Rotterdam zo diep de pijn, de gebrokenheid, het verdriet, de wanhoop van het leven gezien en gevoeld, terwijl we echt wel een community zijn waarin mensen makkelijk hun gebrokenheid delen en hun tranen niet verbergen. Hier stonden we dus met elkaar en onze lege handen.
Het was goed om dit te doen. Ook al zijn we bij Crossroads Rotterdam wel gewend om te bidden voor genezing e.d., en hebben we die genezingen ook gezien, hier was echt wel meer aan de hand. Om het maar even in deze termen te zeggen: het was een kairos-moment waarin de heilige Geest ons iets wil leren. We hebben dit gedaan, we hebben gereageerd op een aansporing van de heilige Geest en we hebben hem aan het werk gezien.

Hoe gaat dit verder? Moeten we gaan monitoren wat er gebeurd is en zo? En dan?
Ik zet een aantal dingen op een rij.

1. God doet wonderen.
Zo is hij. Dat is wat hij doet. Zo kennen we hem. Jezus deed wat hij de Vader zag doen (Johannes 5,19-20) en Jezus volgen in alles betekent hem ook hierin volgen. Kortom: wonderen horen bij het volgen van Jezus, of je ze nu wel of niet dagelijks mee maakt.

2. God doet niet altijd wonderen.
Wij kunnen het niet afdwingen of God een wonder doet. En dus ook niet hoe hij het doet. De outcome kan anders zijn dan wij willen. Het kan ook níet gebeuren. Een wonder is niet maakbaar, en helemaal niet on demand. Heel frustrerend, maar dat heb je als jij niet in control bent, en hij dat wel is.

3. De focus is Jezus.
Niet het wonder. Ook niet ons gebed. Het gaat om Jezus, om niemand anders. De outcome van gebed om een wonder moet altijd zijn dat iemand zich meer geliefd weet door Jezus dan daarvoor, ongeacht of een wonder heeft plaatsgevonden of niet. De verheerlijking van Jezus staat centraal.

4. De focus is Jezus in de situatie.
Bidden om een wonder betekent dat we met lege handen naar hem komen, en dus toegeven dat hij onze enige hoop is op een verandering van de situatie. Bidden om een wonder is vragen aan Jezus om Heer te zijn in deze situatie. Soms betekent dat de doorbraak waar we naar verlangen. Soms betekent dat we eindelijk vrede vinden in hem over iets dat maar niet gebeurt of ophoudt. Jezus brengt de storm tot bedaren, of de storm in onszelf. En nergens zijn we veiliger dan waar Jezus is.

5. Houd niet op met bidden om een wonder.
Aangezien God belooft dat hij antwoordt op gebed, kun je dit als een aanmoediging zien om hem te blijven bestoken met je gebeden om een wonder. Soms moet je net een paar keer vaker bidden dan je geloof hebt. Maar: Houd. Niet. Op. Met. Bidden. Desnoods dagen. Maanden. Jaren. Totdat hij zegt dat het genoeg is. Maar moedig elkaar aan om door te gaan met bidden.

6. Vertel door wat God heeft gedaan.
Ook al ligt het niet in je aard, of begin je gelijk te relativeren (‘ja, was het wel God?’); vertel wat God heeft gedaan. We hebben het nodig om te horen wat God in jouw leven doet, hoe jouw lege handen zijn gevuld.

Een ding is duidelijk: je bent niet de enige die een wonder nodig heeft. Er gingen aardig wat mensen staan. In een aantal gevallen was dat een enorme zelfoverwinning. Sommigen waren verbaasd dat veel mensen bleven zitten, maar dat betekent niet per se dat zij géén wonder nodig gehad zouden hebben. Er waren er ook die het eenvoudigweg niet meer konden opbrengen om nog te hopen op een wonder.
Maar we hebben elkaars tranen gezien. Het delen van gebrokenheid en het met elkaar naderen tot God met onze lege handen maakt ons meer dan ooit broers en zussen. Misschien is dat waar God ons nu wil hebben.
Jezus volgen. Met elkaar. In alles. Wat een reis, zeg!

Ron