Tussen Macht en vertrouwen..

shutterstock_316482041Ons nieuwe pronkstuk is een ware aanwinst in de buurt. Dat wil zeggen, voor de kinderen. Want de verstoorde rust is voor de ouden van dagen geen lolletje. De trampoline is een soort geschenk dat uit de lucht kwam vallen waarbij een enkele beginnende puber verward is over de waarde van een gratis maar toch pleziergevend ding. “Gratis? Dan kan hij toch kapot?!”.  Het kost de nodige moeite om in te laten zien dat waarde niet enkel in geld uit te drukken valt. Eveneens is het een uitdaging om hen aan verstand te peuteren dat het omgaan met zoiets leuks enige voorzichtigheid vergt en een springsessie met vijf man tegelijk daar niet aan bijdraagt.

De jongens zien echter een hele andere uitdaging. Want check die macht die ze  hebben over het plezier dat een hele groep jonge kindjes beleven! Zij kunnen daar gewoon een eind aan maken. Even op een onbewaakt moment verslepen en hoppa… als het boompje van Jona;  ineens verdwenen. Reken maar dat de kindjes hier verdrietig om worden. Eén voor één komen ze vragen waar het springkussen gebleven is. Ik heb werkelijk waar geen flauw idee.

Het liefst zou ik die schoffies eens even op hun nummer zetten. Vertellen dat ze nogal kinderachtig omgaan met het plezier van anderen en met hun tengels van onze spullen moeten blijven. De natuurlijke reactie  om mijn macht aan te wenden bezit ik volledig. En ik blijk niet de enige. De buurt drukt ook z’n stempel: ‘die Marokkaanse snotapen zijn aartsbrutaal en gevangenis-waardig’.
Toch fijn dat je als kind van God daar anders over denkt…
Gelukkig blijkt er toch een klein lichtpuntje te zijn die mijn natuurlijke neiging weet af te remmen. De wijsheid dat een reactie volgens verwachting het minst levensveranderend zal zijn, blijkt de geest even aan te stippen. Diezelfde geest wijst me op het feit dat ik gezegend ben met een wederhelft die de gave bezit van praktisch inzicht. Want dat een benadering van ‘vertrouwen’ meer zolen aan de dijk zet, is inmiddels duidelijk. Maar hoe, terwijl je maar wat graag die rakkers een lesje wil leren, blijft voor mij de grote vraag.
Manlief blijkt dit hele gebeuren doodleuk te zien als een typische ‘grap’. Nu snap ik eindelijk dat wanneer dit de acties zijn die onder de noemer ‘humor’ vallen, ik geenszins humor heb. Zijn antwoord luidt als volgt:  “Vertel ze dat je hun grap waardeert en vraag ze om hulp voor het terugzetten”. Ergens lijkt dit in de richting te komen van een vriendelijke, invloedrijke reactie en besluit ik mijn zeldzame volgzaamheid eens in te zetten. Ik ga, gewapend met mijn briefje, dat ik inmiddels al 3 keer herschreven heb om mijn werkelijke gevoelens te camoufleren, naar de trampoline en spelt daar mijn boodschap vast.

De tijd van geduld en vertrouwen breekt aan;  Openlijk de macht toekennen aan een paar snotapen en vertrouwen dat ze daar goed mee omgaan.. hoe stom kun je zijn? Ook mijn buurmeisjes lijken daar niet in te geloven; ‘dat duurt veels te lang, dan kunnen we nooit meer springen!’
Hoe geweldig gaaf is het dan om de middag erop thuis te komen en te zien dat ze de hele mikmak, zonder pardon, terug gezet hebben?! Die schoffies hebben ’t gewoon geflikt! Ze hebben hun macht en invloed gebruikt om anderen te plezieren! Hoe levensveranderend is dit?!

En nee, ik overdrijf niet. Ik geloof werkelijk dat er een feestje in de hemel gevierd wordt omdat deze jochies zien dat hun macht gebruikt kan worden ter opbouw van mensen die afhankelijk zijn van hun goedheid. Dat dit levensveranderend is zal ik proberen uit te leggen.
Deze jongens moeten continu vechten om zeggenschap te houden over zichzelf, hun ‘vrienden’ en de straat. Overal dreigt het gevaar om hun waardigheid te verliezen. Als ze niet meedoen met de groep of afwijken in gedrag dan dreigt uitsluiting, vernedering en fysieke mishandeling. Jezelf kleden met een pantser van onaantastbaarheid, alwetendheid en macht behoort tot de eerste levensbehoefte.
Dagelijks trainen ze zichzelf en boeken ze vooruitgang. Wanneer ik dus, in mijn hulpeloosheid, hun  macht erken en beroep doe op de goedheid die in hen huist gebeuren de mooie dingen.
“Beroep doen op de goedheid die in hen is”, daar zit de struggle voor mij. Zie ik, door de maskers en wapens heen de angst, onzekerheid en wantrouwen? Of laat ik me misleiden door hun voorkomen? Zie ik hun tekort aan geloof in hun karakter of  maak ik me enkel druk om de schade die ze daardoor aanrichten?
Ik moet zeggen dat het een ware training is om door de harnassen heen te prikken en de eigenlijke jongens te zien staan. Extra moeilijk wordt het wanneer voor de zoveelste keer ‘brulsmurf’ of ‘bolle’ door hen in elkaar wordt gemept. Hoe handel je wanneer de één traint om zijn angst de baas te kunnen en de ander daarvoor pijn en vernedering moet ondergaan? Richt ik me op gevolgen en de rotzooi die hun gedrag brengt of durf ik in alle zachtmoedigheid de angel te verwijderen?

De manier waarop ik de snotapen bekijk is allesbepalend voor mijn keuze om vanuit macht of vertrouwen het contact aan te gaan. Ik oefen me om de mens achter het harnas te zien staan en oprecht de waarde van hen te bevestigen.

Dit is ook waar UP voor staat; optrekken met jongeren en hen bevestigen in wie ze werkelijk zijn. Niet meegaan in hun wereld waarin je eigen eer moet verdedigen en bewijzen. Ook niet de andere kant opkijken of afstand nemen. Maar vanuit geloof in het mooie wat God gemaakt heeft, vrucht zal dragen wanneer het gezien wordt.

Deelnemen? Dat kan! Dinsdagavond 19.00-20.00 in Pendrecht of Delfshaven. Neem contact op met Matthijs Puppels of Jannie Kuijsten.